Eindelijk een eerste verslag
Door: webmaster
Blijf op de hoogte en volg Eduard
18 Januari 2012 | Nederland, Amsterdam
Hallo lieve vrienden, familie en alle anderen die dit lezen.
Dat is alweer even terug dat ik wat heb op geschreven. Maar voor de gene die de eerdere reis verslagen van mij hebben gelezen weten dat het er bij mij gewoon af en toe inschiet. Mijn excuses hiervoor.
Sommige van jullie begonnen zich zelfs al af te vragen of ik nog wel in leven was en wat ik allemaal aan het uitspoken was.
Wel, Ik ben zoals de meeste van jullie wel weten in het Nederlands Caribisch gebied op het kleine eilandje Sint Eustatius ook wel Statia genoemd. Hier ben ik duikinstructeur voor een plaatselijke duikschool.
Het begon allemaal bijna een half jaar geleden toen ik terug kwam van mijn uitstapje naar de Malediven. Voor 3 maanden was ik daar geweest en heb daar echt een super tijd gehad. Wie wil dat nou niet een keer in 1 van de meest luxe resorts van de Malediven wonen.
Maar goed, toen ik eenmaal terug was in Nederland moest ik toch een beslissing nemen of ik weer zou gaan werken in het theater en mijzelf ergens zou gaan vestigen of dat ik ergens in de wereld als duikinstructeur zou gaan werken.
Theater, iets wat toch echt een grote passie van mij is, waar ik al sinds mijn middelbare school tijd mee bezig was en super leuk vind om te doen.
Lekker lampjes in hangen, lichtplannen verzinnen, geluid mixen voor shows en bands, decors opbouwen, mooie changementen maken, vele acteurs en actrices ontmoeten, etc. Helemaal top. En iets wat ik nog steeds leuk vind om te doen, maar na 10 jaar wou ik even wat anders.
Lekker buiten in de zon, niet in het vlakke en drukke Nederland zijn. En nu ik duikinstructeur ben kon ik dat doen.
Op internet kwam ik een vacature tegen van een duikschool op Statia. En ik dacht, waarom ook niet. Ik ben hiervoor nog nooit naar de Cariben geweest en als Nederlander zou je toch een keer naar het Nerderlands Caribisch gebied moeten gaan.
Alleen dan wel een plek waar niet iedereen heen gaat. Zoals ik al eerder naar de Cook eilanden en Vanuatu ben geweest was Statia op mijn lijf geschreven.
Vele Nederlanders hebben wel van Aruba, Bonaire en Curaçao gehoord en sommige dan ook nog wel van Sint Maarten, maar vele weten niet dat er nog 2 andere eilanden zijn die een nauw verband hebben met Nederland. Namelijk Saba en Sint Eustatius.
En samen met Bonaire zijn deze 2 bijzondere gemeente van Nederland.
Dus eigenlijk zit ik helemaal niet in het buitenland, maar ben ik nog steeds in Nederland. Alleen dan wel het zonnige Caribische Nederland.
Na een korte sollicitatie via de mail en telefoon werd ik aangenomen bij Dive Statia en Squbaua. Eigenlijk dus 2 duikscholen die een samenwerkingsverband hebben. Beide gerunt door 2 koppels, een Nederlands en een Zwitsers.
Voorlopig zitten deze duikscholen nog in een klein pand naast een lokaal restaurant maar er word hard gewerkt aan een nieuw en veel groter onderkomen.
Rechtsreeks aan de zee en een klein strandje in een voormalig pand van de West Indische Compagnie. Nog een aantal maanden en dan hopen we dat we daar naar toe kunnen verhuizen.
Goed, na te zijn aangenomen kocht ik voor eind oktober een vliegticket richting Statia. Ook liet ik het theater weten dat ik even een tijdje wat anders wou en dat ik het nieuwe seizoen niet meer kon komen werken. Iets wat natuurlijk heel jammer maar waar ook veel begrip voor was.
Om naar Sint Eusatius te vliegen moet je eerst naar Sint Maarten vliegen. Op Statia komen namelijk alleen maar vluchten uit Sint Maarten aan.
Ik vloog met de KLM vanaf A’dam direct naar Sint Maarten, het prinses Juliana vliegveld, om daar in een klein vliegtuigje van Winair te stappen voor de 20 min. vlucht naar Statia.
Daar werd ik opgewacht door Marieke, 1 van mijn werkgevers. Samen met Mike zijn zij het Nederlandse koppel wat de duikschool runt en voor de eerste paar dagen verbleef ik bij hun totdat ik mijn eigen appartement had.
Gelukkig was Marieke al zo aardig geweest om al rond te kijken op het eiland voor een woning voor mij. Dit had voor mijzelf namelijk een hele opgave geweest. En ze had een mooi klein appartementje op de kop weten te tikken aan de Atlantische kant van het eiland. In een super rustig en afgelegen gebeid en met uitzicht op zee.
Na een aantal dagen bij Mike en Marieke te zijn verbleven verhuisde ik hiernaar toe.
Het appartement ligt echt in de middle of nowhere midden in een weiland met struiken waar allemaal vee rond loopt. Koeien, geiten, kippen, ezels, varkens etc. loopt hier allemaal wild rond. Daarom ben ik ook blij dat er een hek om mijn appartement staat anders staat er binnen mum van tijd een koe bij me binnen. Een hek is hier dus niet bedoelt om vee ergens binnen te houden, maar meer om het ergens buiten te houden.
Het kan ook zomaar dat als je hier over de weg rijd dat er opeens een paar koeien oversteken of een kip met een zelfmoordneiging voor je wielen springt.
Om bij mijn appartement te komen moet je ook eerst een paar minuten door het land heen rijden en oppassen dat je alle koeien vlaaien ontwijkt anders vliegt de stront om je oren.
Het appartement is wel iets groter dan wat ik had in de Cook eilanden. Met een klein keukentje met een barretje, een kleine slaapkamer, een kleine douche en een klein leef gedeelte waar een bank en tv staat. Alles klein dus, maar meer als genoeg voor mij. Tenslotte ben ik 6 dagen in de week aan het werk. Dus eigenlijk ben ik er alleen ’s avonds om te koken, te eten en daarna te slapen.
Voor mijn appartement is een klein grasveldje waar een waslijn staat en heb ik een mooi uitzicht over zee. Op een heldere dag kan ik zelfs Sint Maarten en Sint Barth zien liggen. Ook staat er altijd een lekkere zee bries en heb ik eigenlijk altijd mijn ramen open staan. Hierdoor kan ’s avonds als ik in bed lig de zee op de achtergrond horen ruizen en val ik meestal als een blok in slaap.
Het is echt een super rustige plek en er woont bijna niemand in de buurt. Ik heb alleen een buurman die een zelfde soort appartement heeft als mij. Het is ook aan elkaar vast gebouwd. Samen delen we het grasveld met waslijn en ook de wasmachine moeten we delen. Het is een al wat oudere duitse man die voor een constructie bedrijft werkt hier op het eiland.
Als ik achter mijn appartement het eiland op kijk zie ik de vulkaan die Statia heeft. De vulkaan heet de Quill afkomstig van het nedelandse woord ‘kuil’. En de Quill is een slapende vulkaan. Al voor vele duizenden jaren.
Naar het schijnt hebben ze ooit eens naast de vulkaan de grond in geboord en hebben daar warm water gevonden. Vandaar dat ze denken dat het een slapende vulkaan is.
Het is een niet al te grote vulkaan maar toch best indrukwekkend om te zien.
Je kan wandelingen maken naar de kraterrand en ook kan je in de krater zelf wandelen. De gehele vulkaan is overgroeit met bos wat in de krater zelf al meer op een tropisch regenwoud begint te lijken. In de krater staan ook een paar super grote bomen en hier staat dan ook de grootste boom van Nederland.
Het hoogste punt van de krater rand is het op 1 na hoogste punt van Nederland. Want het hoogste punt van Nederland ligt even verder op op het eiland van Saba.
Na de eerste paar dagen op het eiland ben ik begonnen met werken bij de duikschool. Alles was nieuw, dus voor mij veel dingen om te leren. Natuurlijk heb ik eerder voor andere duikscholen gewerkt, maar je moet altijd je weg weer even vinden op een nieuwe werkplek. Waar is de koffieautomaat, zeg maar. ;)
En voor mij was het ook zeer belangrijk om alle duikstekken te leren kennen. Hoe eerder ik die kon, hoe sneller ik mezelf nuttig kon maken en werkelijk waar mensen kon meenemen om al het prachtigs wat Statia onderwater te beiden heeft te laten zien.
Dus de eerste weken was het veel duiken en gelukkig begon ik de meeste duikstekken al snel te kennen.
Het onderwater leven hier is heel anders dan ik in egypte, de stille oceaan of de Malediven heb gezien. Maar net zo bijzonder en prachtig.
Een groot gedeelte van de zee rondom Statia is uitgeroepen tot Marine park. Hierin mag niet gevist worden en dit zorgt voor een redelijk gezond rif met veel vis. Echter zien we de laatste tijd ook veel koraal duivels komen. Dit is een prachtige maar gevaarlijke vis die van origine niet in de caribische zee hoort voort te komen. Deze eten kleinere vissen op, waardoor de balans op het rif word verstoord. En met geen natuurlijke vijanden word het een hele plaag. Gelukkig proberen marine biologen doormiddel van het jagen op deze vissen dit te verminderen.
Op het eiland hebben we een organisatie die het Marine park probeert te onderhouden. Ze jagen dus onder andere op deze koraal duivels en onderhouden de boeien die wij gebruiken om te duiken. Bijna alle duikstekken hebben een boei waar we de boot aan kunnen leggen. Dit maakt het makelijker voor ons en hoeven dus geen anker op het rif te gooien, wat het rif alleen maar zou beschadigen.
Deze organisatie probeert ook de wandelpaden in de natuurparken te onderhouden en de botanische tuin die we hier op het eiland hebben.
Op verschillende duikstekken liggen oude ankers op de bodem, de overblijfselen van schepen uit de 17e en 18e eeuw toen Statia 1 van de grootste havens was in de wereld.
In de tijd dat Jack Sparrow de Caribbean onveilig maakte was Statia een grote handels haven en werd Statia ook wel de Golden Rock genoemd.
Op het eiland zelf zijn daarom ook nog veel overblijfselen van oude pakhuizen en gebouwen uit die tijd. Voornamelijk in Lower town, het lager liggende deel van het dorp dat rechtstreeks aan de baai ligt aan de Caribische kant.
Hier lag een muur zo’n 50 meter voor de kust die de zee buiten hield zodat lower town een bruisende plek was met vele pakhuizen.
Maar nu is hier weinig meer van over. Lower town bestaat nu nog maar uit 1 weg en het enige wat je nog van de pakhuizen ziet zijn de oude muren die aan de kustlijn staan. Om overblijfselen van de muur te zien moet je de zee in en wat rond snorkelen.
Statia heeft ook een bijna legendarisch souvenir wat je hiervandaan kan meenemen, als je er tenminste 1 kan vinden. Dit is namelijk een Blue Bead. Dit is een vijf hoekige blauwe kraal die in de 17 eeuw werd gebruikt om de slaven die hier op het eiland werkte mee te betalen. Deze slaven werden niet in geld uitbetaald maar dus in kralen en de vijf hoekige Blue Bead is kenmerkend voor Statia.
Nog altijd is het mogelijk om deze Blue Beads op bepaalde plekken te vinden. Zoals op 1 van de duikplekken waar we af en toe naartoe gaan. Maar als je nou veel geluk hebt vind je er misschien wel 1 op het strand of ergens in de grond als je aan het graven bent.
Wel, tot nu toe heb ik er nog geen gevonden. Maar wie weet op een dag vind een Blue Bead mij. We zullen zien.
Eens per jaar is er een nationale feestdag hier op het eiland ook wel Satia day genoemd. En dit is in November.
Dit heb ik dus al mee mogen maken. In de straten staan kleine kraampjes waar eten en drinken word verkocht en ’s avonds treden er artiesten op. Helaas is er hier een definitie dat muziek goed is als het hard staat. Dus staat het geluid bij optredens altijd op 11. Heel jammer, want je kan iets soms beter laten klinken als je het volume normaal houd. Maar goed, dat is de theater technicus die dan in mij spreekt.
De rede waarom Statia day wordt gevierd heeft te maken met een aantal saluut schoten die een paar honderd jaar gelden zijn afgevuurd. Dus niet voor de onafhankelijkheid van Statia of de afschaffing van de slavenhandel wat voor Statia belangrijk was wat je ergens zou verwachten maar saluut schoten.
Toen amerika nog vocht voor zijn onafhankelijkheid werden veel wapens en munitie doorgevoerd naar de vrijheidstrijders via Statia. Dus toen op een dag een schip hier aankwam van de Verenigde Staten van Amerika werd er vanaf Statia een saluut gegeven. En was Statia daarmee de eerste buitenlandse plek die de Verenigde Staten erkende. Iets wat de engelse natuurlijk helemaal niet fijn vonden en kort daarop het eiland even bezetten.
Maar goed, eigenlijk waren het dus de Nederlanders hier op Statia die als eerste Amerika begroete. Ja, zo leer je nog eens wat.
En dat wordt dus ieder jaar op Statia day gevierd.
Natuurlijk sinds ik mijn eigen appartement heb in de middle of nowhere is het ook handig om wat eigen vervoer te hebben. Om iedere dag naar de duikschool te komen en om boodschappen te doen etc.
En opnieuw kon Marieke me hierin helpen. Samen met Mike wonen ze namelijk achter een huis van een Amerikaanse familie die in hun tuin nog wat voertuigen hadden staan. Waaronder een Quad. Een vierwielige motor zeg maar.
Ik had Marieke laten weten dat ik hier wel interesse in had. En na wat navragen was het goed dat ik deze mocht kopen. Helemaal super natuurlijk.
Op de soms niet zo goed onderhouden wegen hier op het eiland is het best fijn iets met 4 wielen te hebben. Als je namelijk met een scooter even niet oplet rij je zo in een kuil en ga je onderuit. En denk maar niet dat ze hier dan een helm dragen.
De quad rijd ook iets fijner dan een auto. Dat hobbelt toch iets meer en de quad is echt gemaakt voor een beetje off-road rijden. Een perfect vervoermiddel dus voor mij.
Je ziet hier om die rede ook veel mensen met een Jeep rondrijden en er zijn zelfs een aantal Hummers op het eiland. Wat wel weer erg overdreven is.
Alles is hier wat meer back to basic. Het kan ook zomaar gebeuren dat de stroom een halve dag uitvalt. En omdat de waterpomp van mijn appartement ook elektrisch is werkt die dan ook niet meer. Geen water en licht op dat moment. Maar meestal is dit na een aantal uur dan wel weer verholpen.
Voor mij was het zeker even wennen toen ik hier begonnen met wonen. Maar nu na een aantal maanden begin ik langzaam wel mijn weg te vinden. Ook de weg naar de verschillende winkeltjes weet ik te vinden. En je moet echt weten voor welke producten je waar moet wezen. Zo is er een chinees winkeltje dat speciaal voor de Nederlanders frikandellen en bitterballen verkoopt en is er een loodgieters winkel waar ze sauzen van Remia verkopen. Het klinkt misschien een beetje raar allemaal, maar toch is het zo. En nou niet dat ik iedere dag aan de frikandellen zit, maar het is altijd goed te weten waar je ze kan halen.
Jemig wat een lang verhaal alweer. Maar het geeft jullie nu misschien een idee waar ik ben en waar ik woon.
Hoop dat jullie het leuk vinden om te lezen. Reacties zijn altijd welkom.
Vanaf een zonnig en warm Sint Eustatius groet ik jullie allemaal.
Veel liefs,
Eduard
Dat is alweer even terug dat ik wat heb op geschreven. Maar voor de gene die de eerdere reis verslagen van mij hebben gelezen weten dat het er bij mij gewoon af en toe inschiet. Mijn excuses hiervoor.
Sommige van jullie begonnen zich zelfs al af te vragen of ik nog wel in leven was en wat ik allemaal aan het uitspoken was.
Wel, Ik ben zoals de meeste van jullie wel weten in het Nederlands Caribisch gebied op het kleine eilandje Sint Eustatius ook wel Statia genoemd. Hier ben ik duikinstructeur voor een plaatselijke duikschool.
Het begon allemaal bijna een half jaar geleden toen ik terug kwam van mijn uitstapje naar de Malediven. Voor 3 maanden was ik daar geweest en heb daar echt een super tijd gehad. Wie wil dat nou niet een keer in 1 van de meest luxe resorts van de Malediven wonen.
Maar goed, toen ik eenmaal terug was in Nederland moest ik toch een beslissing nemen of ik weer zou gaan werken in het theater en mijzelf ergens zou gaan vestigen of dat ik ergens in de wereld als duikinstructeur zou gaan werken.
Theater, iets wat toch echt een grote passie van mij is, waar ik al sinds mijn middelbare school tijd mee bezig was en super leuk vind om te doen.
Lekker lampjes in hangen, lichtplannen verzinnen, geluid mixen voor shows en bands, decors opbouwen, mooie changementen maken, vele acteurs en actrices ontmoeten, etc. Helemaal top. En iets wat ik nog steeds leuk vind om te doen, maar na 10 jaar wou ik even wat anders.
Lekker buiten in de zon, niet in het vlakke en drukke Nederland zijn. En nu ik duikinstructeur ben kon ik dat doen.
Op internet kwam ik een vacature tegen van een duikschool op Statia. En ik dacht, waarom ook niet. Ik ben hiervoor nog nooit naar de Cariben geweest en als Nederlander zou je toch een keer naar het Nerderlands Caribisch gebied moeten gaan.
Alleen dan wel een plek waar niet iedereen heen gaat. Zoals ik al eerder naar de Cook eilanden en Vanuatu ben geweest was Statia op mijn lijf geschreven.
Vele Nederlanders hebben wel van Aruba, Bonaire en Curaçao gehoord en sommige dan ook nog wel van Sint Maarten, maar vele weten niet dat er nog 2 andere eilanden zijn die een nauw verband hebben met Nederland. Namelijk Saba en Sint Eustatius.
En samen met Bonaire zijn deze 2 bijzondere gemeente van Nederland.
Dus eigenlijk zit ik helemaal niet in het buitenland, maar ben ik nog steeds in Nederland. Alleen dan wel het zonnige Caribische Nederland.
Na een korte sollicitatie via de mail en telefoon werd ik aangenomen bij Dive Statia en Squbaua. Eigenlijk dus 2 duikscholen die een samenwerkingsverband hebben. Beide gerunt door 2 koppels, een Nederlands en een Zwitsers.
Voorlopig zitten deze duikscholen nog in een klein pand naast een lokaal restaurant maar er word hard gewerkt aan een nieuw en veel groter onderkomen.
Rechtsreeks aan de zee en een klein strandje in een voormalig pand van de West Indische Compagnie. Nog een aantal maanden en dan hopen we dat we daar naar toe kunnen verhuizen.
Goed, na te zijn aangenomen kocht ik voor eind oktober een vliegticket richting Statia. Ook liet ik het theater weten dat ik even een tijdje wat anders wou en dat ik het nieuwe seizoen niet meer kon komen werken. Iets wat natuurlijk heel jammer maar waar ook veel begrip voor was.
Om naar Sint Eusatius te vliegen moet je eerst naar Sint Maarten vliegen. Op Statia komen namelijk alleen maar vluchten uit Sint Maarten aan.
Ik vloog met de KLM vanaf A’dam direct naar Sint Maarten, het prinses Juliana vliegveld, om daar in een klein vliegtuigje van Winair te stappen voor de 20 min. vlucht naar Statia.
Daar werd ik opgewacht door Marieke, 1 van mijn werkgevers. Samen met Mike zijn zij het Nederlandse koppel wat de duikschool runt en voor de eerste paar dagen verbleef ik bij hun totdat ik mijn eigen appartement had.
Gelukkig was Marieke al zo aardig geweest om al rond te kijken op het eiland voor een woning voor mij. Dit had voor mijzelf namelijk een hele opgave geweest. En ze had een mooi klein appartementje op de kop weten te tikken aan de Atlantische kant van het eiland. In een super rustig en afgelegen gebeid en met uitzicht op zee.
Na een aantal dagen bij Mike en Marieke te zijn verbleven verhuisde ik hiernaar toe.
Het appartement ligt echt in de middle of nowhere midden in een weiland met struiken waar allemaal vee rond loopt. Koeien, geiten, kippen, ezels, varkens etc. loopt hier allemaal wild rond. Daarom ben ik ook blij dat er een hek om mijn appartement staat anders staat er binnen mum van tijd een koe bij me binnen. Een hek is hier dus niet bedoelt om vee ergens binnen te houden, maar meer om het ergens buiten te houden.
Het kan ook zomaar dat als je hier over de weg rijd dat er opeens een paar koeien oversteken of een kip met een zelfmoordneiging voor je wielen springt.
Om bij mijn appartement te komen moet je ook eerst een paar minuten door het land heen rijden en oppassen dat je alle koeien vlaaien ontwijkt anders vliegt de stront om je oren.
Het appartement is wel iets groter dan wat ik had in de Cook eilanden. Met een klein keukentje met een barretje, een kleine slaapkamer, een kleine douche en een klein leef gedeelte waar een bank en tv staat. Alles klein dus, maar meer als genoeg voor mij. Tenslotte ben ik 6 dagen in de week aan het werk. Dus eigenlijk ben ik er alleen ’s avonds om te koken, te eten en daarna te slapen.
Voor mijn appartement is een klein grasveldje waar een waslijn staat en heb ik een mooi uitzicht over zee. Op een heldere dag kan ik zelfs Sint Maarten en Sint Barth zien liggen. Ook staat er altijd een lekkere zee bries en heb ik eigenlijk altijd mijn ramen open staan. Hierdoor kan ’s avonds als ik in bed lig de zee op de achtergrond horen ruizen en val ik meestal als een blok in slaap.
Het is echt een super rustige plek en er woont bijna niemand in de buurt. Ik heb alleen een buurman die een zelfde soort appartement heeft als mij. Het is ook aan elkaar vast gebouwd. Samen delen we het grasveld met waslijn en ook de wasmachine moeten we delen. Het is een al wat oudere duitse man die voor een constructie bedrijft werkt hier op het eiland.
Als ik achter mijn appartement het eiland op kijk zie ik de vulkaan die Statia heeft. De vulkaan heet de Quill afkomstig van het nedelandse woord ‘kuil’. En de Quill is een slapende vulkaan. Al voor vele duizenden jaren.
Naar het schijnt hebben ze ooit eens naast de vulkaan de grond in geboord en hebben daar warm water gevonden. Vandaar dat ze denken dat het een slapende vulkaan is.
Het is een niet al te grote vulkaan maar toch best indrukwekkend om te zien.
Je kan wandelingen maken naar de kraterrand en ook kan je in de krater zelf wandelen. De gehele vulkaan is overgroeit met bos wat in de krater zelf al meer op een tropisch regenwoud begint te lijken. In de krater staan ook een paar super grote bomen en hier staat dan ook de grootste boom van Nederland.
Het hoogste punt van de krater rand is het op 1 na hoogste punt van Nederland. Want het hoogste punt van Nederland ligt even verder op op het eiland van Saba.
Na de eerste paar dagen op het eiland ben ik begonnen met werken bij de duikschool. Alles was nieuw, dus voor mij veel dingen om te leren. Natuurlijk heb ik eerder voor andere duikscholen gewerkt, maar je moet altijd je weg weer even vinden op een nieuwe werkplek. Waar is de koffieautomaat, zeg maar. ;)
En voor mij was het ook zeer belangrijk om alle duikstekken te leren kennen. Hoe eerder ik die kon, hoe sneller ik mezelf nuttig kon maken en werkelijk waar mensen kon meenemen om al het prachtigs wat Statia onderwater te beiden heeft te laten zien.
Dus de eerste weken was het veel duiken en gelukkig begon ik de meeste duikstekken al snel te kennen.
Het onderwater leven hier is heel anders dan ik in egypte, de stille oceaan of de Malediven heb gezien. Maar net zo bijzonder en prachtig.
Een groot gedeelte van de zee rondom Statia is uitgeroepen tot Marine park. Hierin mag niet gevist worden en dit zorgt voor een redelijk gezond rif met veel vis. Echter zien we de laatste tijd ook veel koraal duivels komen. Dit is een prachtige maar gevaarlijke vis die van origine niet in de caribische zee hoort voort te komen. Deze eten kleinere vissen op, waardoor de balans op het rif word verstoord. En met geen natuurlijke vijanden word het een hele plaag. Gelukkig proberen marine biologen doormiddel van het jagen op deze vissen dit te verminderen.
Op het eiland hebben we een organisatie die het Marine park probeert te onderhouden. Ze jagen dus onder andere op deze koraal duivels en onderhouden de boeien die wij gebruiken om te duiken. Bijna alle duikstekken hebben een boei waar we de boot aan kunnen leggen. Dit maakt het makelijker voor ons en hoeven dus geen anker op het rif te gooien, wat het rif alleen maar zou beschadigen.
Deze organisatie probeert ook de wandelpaden in de natuurparken te onderhouden en de botanische tuin die we hier op het eiland hebben.
Op verschillende duikstekken liggen oude ankers op de bodem, de overblijfselen van schepen uit de 17e en 18e eeuw toen Statia 1 van de grootste havens was in de wereld.
In de tijd dat Jack Sparrow de Caribbean onveilig maakte was Statia een grote handels haven en werd Statia ook wel de Golden Rock genoemd.
Op het eiland zelf zijn daarom ook nog veel overblijfselen van oude pakhuizen en gebouwen uit die tijd. Voornamelijk in Lower town, het lager liggende deel van het dorp dat rechtstreeks aan de baai ligt aan de Caribische kant.
Hier lag een muur zo’n 50 meter voor de kust die de zee buiten hield zodat lower town een bruisende plek was met vele pakhuizen.
Maar nu is hier weinig meer van over. Lower town bestaat nu nog maar uit 1 weg en het enige wat je nog van de pakhuizen ziet zijn de oude muren die aan de kustlijn staan. Om overblijfselen van de muur te zien moet je de zee in en wat rond snorkelen.
Statia heeft ook een bijna legendarisch souvenir wat je hiervandaan kan meenemen, als je er tenminste 1 kan vinden. Dit is namelijk een Blue Bead. Dit is een vijf hoekige blauwe kraal die in de 17 eeuw werd gebruikt om de slaven die hier op het eiland werkte mee te betalen. Deze slaven werden niet in geld uitbetaald maar dus in kralen en de vijf hoekige Blue Bead is kenmerkend voor Statia.
Nog altijd is het mogelijk om deze Blue Beads op bepaalde plekken te vinden. Zoals op 1 van de duikplekken waar we af en toe naartoe gaan. Maar als je nou veel geluk hebt vind je er misschien wel 1 op het strand of ergens in de grond als je aan het graven bent.
Wel, tot nu toe heb ik er nog geen gevonden. Maar wie weet op een dag vind een Blue Bead mij. We zullen zien.
Eens per jaar is er een nationale feestdag hier op het eiland ook wel Satia day genoemd. En dit is in November.
Dit heb ik dus al mee mogen maken. In de straten staan kleine kraampjes waar eten en drinken word verkocht en ’s avonds treden er artiesten op. Helaas is er hier een definitie dat muziek goed is als het hard staat. Dus staat het geluid bij optredens altijd op 11. Heel jammer, want je kan iets soms beter laten klinken als je het volume normaal houd. Maar goed, dat is de theater technicus die dan in mij spreekt.
De rede waarom Statia day wordt gevierd heeft te maken met een aantal saluut schoten die een paar honderd jaar gelden zijn afgevuurd. Dus niet voor de onafhankelijkheid van Statia of de afschaffing van de slavenhandel wat voor Statia belangrijk was wat je ergens zou verwachten maar saluut schoten.
Toen amerika nog vocht voor zijn onafhankelijkheid werden veel wapens en munitie doorgevoerd naar de vrijheidstrijders via Statia. Dus toen op een dag een schip hier aankwam van de Verenigde Staten van Amerika werd er vanaf Statia een saluut gegeven. En was Statia daarmee de eerste buitenlandse plek die de Verenigde Staten erkende. Iets wat de engelse natuurlijk helemaal niet fijn vonden en kort daarop het eiland even bezetten.
Maar goed, eigenlijk waren het dus de Nederlanders hier op Statia die als eerste Amerika begroete. Ja, zo leer je nog eens wat.
En dat wordt dus ieder jaar op Statia day gevierd.
Natuurlijk sinds ik mijn eigen appartement heb in de middle of nowhere is het ook handig om wat eigen vervoer te hebben. Om iedere dag naar de duikschool te komen en om boodschappen te doen etc.
En opnieuw kon Marieke me hierin helpen. Samen met Mike wonen ze namelijk achter een huis van een Amerikaanse familie die in hun tuin nog wat voertuigen hadden staan. Waaronder een Quad. Een vierwielige motor zeg maar.
Ik had Marieke laten weten dat ik hier wel interesse in had. En na wat navragen was het goed dat ik deze mocht kopen. Helemaal super natuurlijk.
Op de soms niet zo goed onderhouden wegen hier op het eiland is het best fijn iets met 4 wielen te hebben. Als je namelijk met een scooter even niet oplet rij je zo in een kuil en ga je onderuit. En denk maar niet dat ze hier dan een helm dragen.
De quad rijd ook iets fijner dan een auto. Dat hobbelt toch iets meer en de quad is echt gemaakt voor een beetje off-road rijden. Een perfect vervoermiddel dus voor mij.
Je ziet hier om die rede ook veel mensen met een Jeep rondrijden en er zijn zelfs een aantal Hummers op het eiland. Wat wel weer erg overdreven is.
Alles is hier wat meer back to basic. Het kan ook zomaar gebeuren dat de stroom een halve dag uitvalt. En omdat de waterpomp van mijn appartement ook elektrisch is werkt die dan ook niet meer. Geen water en licht op dat moment. Maar meestal is dit na een aantal uur dan wel weer verholpen.
Voor mij was het zeker even wennen toen ik hier begonnen met wonen. Maar nu na een aantal maanden begin ik langzaam wel mijn weg te vinden. Ook de weg naar de verschillende winkeltjes weet ik te vinden. En je moet echt weten voor welke producten je waar moet wezen. Zo is er een chinees winkeltje dat speciaal voor de Nederlanders frikandellen en bitterballen verkoopt en is er een loodgieters winkel waar ze sauzen van Remia verkopen. Het klinkt misschien een beetje raar allemaal, maar toch is het zo. En nou niet dat ik iedere dag aan de frikandellen zit, maar het is altijd goed te weten waar je ze kan halen.
Jemig wat een lang verhaal alweer. Maar het geeft jullie nu misschien een idee waar ik ben en waar ik woon.
Hoop dat jullie het leuk vinden om te lezen. Reacties zijn altijd welkom.
Vanaf een zonnig en warm Sint Eustatius groet ik jullie allemaal.
Veel liefs,
Eduard
-
19 Januari 2012 - 20:39
Leoni:
hey ome ed! ;)
Ik mis nog wel een paar foto's hoor ;)
xxx -
21 Januari 2012 - 20:13
(O)Pa Pieter.:
Hoi Eduard een stevig verhaal, heb je nog wat foto’s ?
Nou moeten wij zelf naar Tatia om te kijken hoe het er uit ziet.
In April zullen wij een aantal Blue Beads voor je opduiken.
Zie en hoor je, groeten uit Pancras.
-
24 Januari 2012 - 11:19
Dmeyer :
fijn wat van je belevenissente lezen.
heerlijk die warmte.krijg je al ,,schubben als een vis,,?nu nog wat foto,shet allerbeste hoor.wat een verrassing van je ,,pa enma,,fijn voor jullie
groeten Oma -
06 Maart 2012 - 10:43
Rikkert:
ha die Ed,
na het contact op facebook dacht, zal ie wat op zijn blog gezet hebben ?
Ja dus, leuk verhaal, leuk ook de details... zo leer je zeker nog eens wat.
haha, wie leert er nu niet meer uit de praktijk en vanuit je omgeving dan vanuit ons ouwe klassie :)
Zie er naar uit weer eens een avondje gezellig te zitten en verhalen uit te wisselen onder het genot van een drankje.
tot spreeks ! -
08 April 2012 - 12:21
Natascha En Jeroen:
Hi eduard
wat een leuk verhaal. ik heb al veel verhalen gelezen over st. eustatius maar dat is allemaal van een paar jaar terug. door de verhalen zijn we erg nieuwsgierig geworden naar het eiland dus wij gaan zeker je verhalen volgen.
groetjes Natascha en Jeroen -
01 Juni 2012 - 11:51
Wendy:
Hallo Eduard, ik was informatie aan het zoeken over Statia omdat ik daar voor een baan gesolliciteerd heb en ik kwam je waarbenjij.nu tegen. Als je dat wilt, zou ik graag van je horen hoe het leven op Statia is. Wil je mij mailen?
wendyhesta apestaartje gmail punt com
Dank je wel!
Groetjes!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley